Op deze pagina staan de objecten in/aan de Kerkstraat in Weurt:
Klik op het item wat u wilt zien voor directe toegang of scroll door alle artikelen van deze straat. Via het balletje met pijl rechts onderaan komt u hier weer terug (browsers in Windows).
Klik hier om terug te gaan naar de pagina Weurt.
Sint Andreaskerk
De gemeente Beuningen, waartoe Weurt al ruim 200 jaar toe behoort, heeft opvallend veel informatie over hun eigen monumenten. Mede daarom valt er ook heel veel te vertellen daarover. Zo ook van de beeldbepalende kerk in het dorp Weurt. Neem de tijd het te lezen, want het is voor de liefhebbers de moeite waard. De niet liefhebbers slaan de tekst gewoon over.
Een Rooms-Katholieke neogotische Sint-Andreaskerk aan de Kerkstraat in Weurt. De kerk werd in 1895-1898 in fasen gebouwd naar ontwerp van C.J.H. Franssen op de plaats van de vroegere Weurtse Andreaskapel. Pastoor J. van der Marck was, zoals vermeld op de stichtingssteen ook bij de bouw betrokken. De kerk werd op 12 september 1898 gewijd. In 1898 werd de eveneens door Franssen ontworpen toren toegevoegd. De kerk is karakteristiek gelegen op een kerkhof, dat de kerk omsluit. Aan de west- en noordzijde wordt het terrein afgesloten door een eenvoudig smeedijzeren hekwerk.De kerk bezit waardevol liturgisch vaatwerk en mobilia.
Omschrijving:
De RK Sint-Andreaskerk is opgetrokken in machinale baksteen in kruisverband met natuursteen voor de afzaten, lijsten en steunbeerafdekkingen. De daken en spits zijn gedekt met Fourgeau-leien in Maasdekking. De kerk bezit een driebeukig basilikaal schip van vijf traveeën, een 5/8 gesloten éénbeukig koor met nevenruimten en een slanke westtoren met vier geledingen en een ingesnoerde naaldspits. Tegen de noordwand van de toren staat een vijfzijdige traptoren, welke reikt tot en met de derde geleding en daar afsluit met een spitsje. De zijbeuken zijn aan de oost- en westzijde recht gesloten en zijn gedekt met een lessenaarsdak. Het middenschip is iets breder dan de toren en heeft een zadeldak, met tuitvormige topgevels bij de aansluiting op de toren en bij de overgang naar het koor. Het koor heeft een iets lager schilddak met op het nokeind een ijzeren kruis. Het schipdak en koordak zijn voorzien van dakkapellen met luikje en een tweezijdig gesloten schilddakje met een piron op het nokeind. De torenspits heeft vier dakkapellen met een luik en wimberg en overhoeks vierzijdig spitsje. De beide rechthoekige nevenruimten van het koor hebben een schilddak. Het kerkgebouw bezit aan de zijbeuken en het koor steunberen, die ter hoogte van de plint en de vensterbanken -bij het koor ook halverwege de vensters- versnijden. De afzaten zijn afgedekt met natuurstenen platen. De wanden van de zijbeuken en lichtbeuk bezitten ter afsluiting gemetselde schijnboogfriezen en dubbele uitkragende muizetandlijsten. De lichtbeuk van het schip heeft bovendien daarboven nog extra een gemetseld schijnboogfries. Onder de waterlijsten van de vensters in de zijbeuken en het koor bevindt zich verder een bakstenen bloktandlijst. De nevenruimten van het koor hebben lisenen en ter afsluiting een bloktandlijst en uitkragende dubbele muizetandlijsten. De gootlijsten zijn bekleed met leien.
De middenbeuk van het schip bezit geen steunberen, maar lisenen (in feite deel uitmakend van de kruisvormige pijlerkernen van het interieur). Omdat het middenschip een houten, spitsboogvormig tongewelf heeft, waren steunberen en/of luchtbogen niet nodig. De zijbeuken en het koor bezitten wel stenen kruisribgewelven en bezitten derhalve ook steunberen. Per travee bezit de lichtbeuk van het schip vier gekoppelde spitsboogvensters. De zijbeuken bezitten per travee twee spitsboogvensters. De sluitgevels van de zijbeuken ter weerszijden van de toren bezitten een spitsboogvenster, aan weerszijden geflankeerd door een steunbeer en in de topgevel drie klimmend uitgevoerde spitsboognissen met een gezamenlijke afzaat met bloktandlijst. De sluitgevel van het middenschip bezit aan weerszijden van de toren een smalle spitsboognis en in de aanzet van de topgevel twee getrapt uitgevoerde spitsboognissen met afzaat met bloktandlijst. Beide zijbeuken hebben in de vierde travee (gerekend vanaf de toren) in de onderbouw een uitgebouwde bakstenen biechtstoelruimte met blinde gevel afgesloten door een bloktandlijst en gootlijst met leienbekleding.
Het koor bezit per travee een hoog spitsboogvenster met tweedelig bakstenen traceerwerk van een hoog-gotisch type (voor het eerst voorkomend in de kathedraal van Reims), met twee lancetten en een cirkel in de top. Dit type traceringen is nog zonder toten uitgevoerd. Van de twee rechthoekige nevenruimten ter weerszijden van het koor, in het verlengde van de zijbeuken is de noordelijke van jonger datum en soberder van uitvoering. Beide bijgebouwen hebben een schilddak gedekt met leien in Maasdekking, met in het oostelijke schild een dakkapel met luik en een zadeldak overgaand in een overhoeks geplaatst vierzijdig spitsje met nokpiron. In de oostgevel van beide ruimten bevindt zich een deur onder een segmentboog met gemetselde boogtrommel (siermetselwerk, bij de sacristie aan zuidzijde uitgevoerd in bruine en gele baksteen). De opgeklampte deur van de sacristie heeft sierbeslag. De sacristie heeft verder in de twee traveeën brede zuidgevel per travee twee gekoppelde spitsboogvensters met een natuurstenen afzaat en waterlijst. De middenliseen van deze gevel zet zich boven daklijst in optisch opzicht voort in een bakstenen schoorsteen welke zich verjongt met op de overgang hardstenen dekplaten. In de top heeft de schoorsteen een achtzijdige bekroning, ontspringend vanuit een hardstenen onderbouw. De bergruimte aan de noordzijde heeft in de noordgevel per travee slechts één spitsboogvenster met bakstenen lekdorpel. Het koor is iets smaller dan het middenschip. Opmerkelijk zijn de in een later stadium (tegelijkertijd met de noordelijke nevenruimte ?) aangebrachte rookkanalen, welke in de oksels tussen middenschip en koor oprijzen en afsluiten met een schoorsteen, terwijl aftakkingen langs het koordak tegen de topgevel van het schip lopen en boven samenkomen in een schoorsteen. Het metselwerk van de topgevel van het schip is deels in deze kanalen opgenomen. De aanzetten van de topgevel met natuurstenen ezelsrug steken nog net uit de rookkanalen. De toren heeft op de hoeken lisenen welke boven onder de daklijst onderling zijn verbonden door bakstenen friezen.
De toren heeft vier geledingen op een lage bakstenen plint, afgesloten met een hardstenen waterlijst. De gevelvlakken van de verschillende geledingen van de toren zijn versierd met drie spitsboognissen, waarvan de middelste breder is uitgevoerd met bakstenen, tweedelig traceerwerk (twee lancetten en een oculus). Deze middennissen hebben tevens smalle lichtspleten. De nissen hebben een gezamenlijke natuurstenen afzaat, welke tevens als afscheiding van de verschillende geledingen fungeert. Deze lijsten zijn niet over de hoeklisenen doorgetrokken. Deze lisenen lopen dan ook ononderbroken door tot aan de spits. De nissen in de vierde geleding zijn geopend en dienen als galmgaten met in de middennis bovenin een ronde wijzerplaat van het uurwerk. Hier bevindt zich een mechanisch TORENUURWERK van B. Eysbouts, Asten, later voorzien van een elektrische opwinding, in de originele, enigszins aangepaste kast. Het vensternisportaal in de westgevel strekt zich uit over twee geledingen en bezit een doorgang met dubbele opgeklampte deur met sierbeslag onder een natuurstenen latei met een spitsboogvormig bovenlicht met een driedelige bakstenen lancet-tracering. Vervolgens volgt een hardstenen waterlijst met een strook van vier gemetselde rechthoekige nissen, afgesloten door een hardstenen afzaat en tenslotte in de tweede geleding een spitsboogvenster met vierdelige bakstenen tracering (vier lancetten met in de top drie cirkels). Het geheel is gevat in een hoge spitsboognis met een fors hol profiel in de dagkant, per geleding aan weerszijden geflankeerd door een smalle spitsboognis. Tegen de noordgevel staat de vijfzijdige traptoren, met een plint en twee hoge en één lage geleding met spitsje. De traptoren heeft spleetvensters en reikt tot in de derde geleding van de toren.
Het interieur van het schip heeft bakstenen spitsboogvormige scheibogen op bakstenen kruispijlers. De pijlers gaan zonder een kapiteel over in de bogen. Het voorste deel van de pijlers is langs de schipwand doorgetrokken tot aan de aanzet van de schenkels (gordelbogen) van het tongewelf. Hier wordt de pijler wel door een bladkapiteel afgesloten. De schipwand heeft een driedelige opstand, bestaande uit de arcade, een vlakke strook tussen horizontale lijsten en de lichtbeuk met per travee vier bakstenen lancetvensters. De boogzwikken en het muurvlak boven de arcade (triforiumzone) zijn gepleisterd en voorzien van religieuze schilderingen. De andere delen zijn in schoon werk uitgevoerd met gebruikmaking van gekleurde baksteen, verwerkt in banden op de pijlers en blokjespatronen op de bogen. De lichtbeuk sluit af met een bakstenen spitsboogfries en reeksen uitkragende bakstenen, waarop de voorlijst van het gewelfbeschot rust. Tegen pijlers is een natuurstenen console met bladversiering geplaatst, waarop een gipsen beeld is geplaatst. De gordelbogen en ribben van de zijbeukgewelven worden opgevangen op natuurstenen kraagstenen, versierd met bladwerk. In de wanden van de zijbeuken bevinden zich ingebouwde biechtstoelen, waarvan de deuren nog deels aanwezig zijn. Het kruisribgewelf en straalgewelf van het koor is ook in steen uitgevoerd. De bakstenen ribben worden opgevangen op bakstenen colonnetten met bladkapitelen. De triomfboog met omliggend muurwerk is aan schipzijde geheel gepleisterd en beschilderd met als centraal element het Lam Gods (aanbidding van het Lam). De sacristie, die vanaf het priesterkoor toegankelijk is, heeft een ingebouwde paramentenkast. Onder het verhoogde priesterkoor bevindt zich nog de originele betegelde vloer.
De kerk heeft nog een uiterst gaaf bewaard gebleven en zeer uitgebreid interieur, in hoofdzaak daterend uit rond 1900 met enkele oudere interieurelementen. Het gaat hier te ver dat allemaal te benoemen, maar is zeer zeker de moeite van het bekijken waard. Een opsomming staat onder dit bericht.
Waardering:
- Van architectuurhistorische waarde als een goed en gaaf bewaard voorbeeld van een neogotische dorpskerk, met een fraaie karakteristieke toren gebouwd naar een ontwerp van C.J.H. Franssen, en van belang voor het oeuvre van de architect. Het fraaie en zeer gave interieur bevat daarnaast zeer waardevolle elementen, waaronder een 18de-eeuwse preekstoel, een 18de-eeuws orgel, altaren van de vermaarde beeldhouwer H. van der Geld naar een ontwerp van C.J.H. Franssen, glas-in-lood van het atelier Nicolas en zonen, schilderingen op het houten gewelf en wanden en inventaris.
- Van stedebouwkundige waarde door de karakteristieke situering van de kerk, zonder twijfel het meest bekende en opvallendste gebouw in het dorp Weurt, gelegen in het oude dorpshart van Weurt aan de zuidzijde van de dijk van de rivier de Waal. Het kerkgebouw bepaalt met haar markante silhouet met forse toren met naaldspits het beeld in deze nog in historisch opzicht gave en waardevolle omgeving. De kerk met kerkhof en naast gelegen pastorie maken deel uit van de oude historische structuur van de dorpskern, die ter plaatse nog vrij gaaf bewaard is gebleven.
- Van cultuurhistorische waarde als een voorbeeld van een oude dorpskerk die een grote rol gedurende de eeuwen in het leven van het dorp heeft gespeeld. Vanuit de kerk zijn diverse gebouwen gesticht en instellingen ondersteund, zoals het klooster en de school, beide gelegen aan de Pastoor van der Marckstraat. Ook in het persoonlijke leven van veel inwoners speelde of speelt de kerk een bepalende rol. De huidige kerk staat op een terrein dat al sinds eeuwen in gebruik is voor religieuze doeleinden en fungeert als een tastbare herinnering voor alle gebeurtenissen uit het verleden, waarin de kerk zowel op algemeen als persoonlijk niveau een rol heeft gespeeld. De geschiedenis van deze religieuze plaats gaat zeker terug tot de 13de eeuw (de Weurtse kapel stamt uit deze tijd) en het terrein is derhalve ook in archeologisch opzicht van groot belang.
Aan de westzijde en deels aan de noordzijde wordt het terrein afgesloten door een eenvoudig smeedijzeren hekwerk, met aan de Kerkstraat bakstenen pijlers. Tussen twee van deze pijlers bevindt zich een smeedijzeren poort (tweede foto).
De kerk is inclusief het hekwerk een rijksmonument.
datum foto's: 28-09-2016
bron foto's: Paul Marsman©
Klik hier voor: "kerkelijke objecten, herdenkingsmonumenten en kerkhoven
Interieurelementen Sint Andreaskerk
- De PREEKSTOEL is barok, uit het eerste kwart van de 18e eeuw.
- Het ORGEL is éénklaviers, in 1777 gemaakt door A.F.G. Heyneman. In 1846 verbouwd door A.A. Kuerten uit Huissen. Waarschijnlijk is toen ook de kas gemaakt door H. Weitjens. In 1981 is het orgel gerestaureerd door Verschueren Orgelbouw.
- Het rijk gedecoreerde BANKENPLAN in neogotische stijl stamt uit de bouwtijd. Een groot deel van het interieur is, soms naar ontwerp van C.J.H. Franssen uitgevoerd door de begaafde beeldhouwer H. van der Geld uit 's-Hertogenbosch.
- HOOGALTAAR (neogotiek, hout met stenen mensa, ontwerp C.J.H. Franssen, gesigneerd H. van der Geld, 1900, gepolychromeerd in 1919) ;
- MARIA-ALTAAR (neogotiek, ca. 1897 - 1898, Roermonds atelier ?) ;
- JOSEF-ALTAAR (neogotiek, ca. 1897 - 1898, Roermonds atelier ?) ;
- In het celebratiealtaar zijn delen van de vroegere COMMUNIEBANK verwerkt. (H. van der Geld, 1900, neogotiek) ;
- DOOPVONT (geel koper, omstreeks 1800) ;
- Twee BEELDEN (een Caecilia, oorspronkelijk waarschijnlijk een Maria en de apostel Andreas), uit 1850 - 1860, 150 cm hoog. Afgeloogd hout ;
- Twee BEELDEN, eikehout, H. van der Geld, 1919, voorstellende Anna (51 cm) en Victor (52 cm).
- Negen gipsen BEELDEN tegen pijlers middenschip en in triomfboog, neogotiek, onbekend atelier (Petrus, Paulus, Anna, Jozef met Kind, Embrasse, Antonius van Padua, Gerardus Majella, H. Hart van Jezus en H. Hart van Maria) ;
- MISSIEKRUIS (kruisbeeld van 100 cm hoogte, gepolychromeerd hout uit 1856) ;
- Polychromie op tongewelf uit 1898 door Guillaume Deumens uit Venlo. Symbolische voorstellingen van eucharistie en goddelijke en kardinale deugden ;
- Schilderingen op wanden, uitgevoerd in 1902 door M.H. van Winsten uit Warmond en Van de Wiel, kerkschilders uit Stratum, met voorstellingen uit de jeugd en openbare leven van Christus en verder scènes uit het leven van Maria en haar verheerlijking. De boogzwikken zijn beschilderd met wierokende engelen en ranken met tekstbanderollen. Feestgeschenk voor de jubilerende pastoor. De schilderingen zijn met behulp van sjablonen aangebracht ;
- KRUISWEG, veertien staties op doek, door H. Sneltens uit Sittard geschilderd in 1901 (kopie van een Antwerpse kruisweg uit derde kwart 19de eeuw van Louis Hendriks) ;
- Gebrandschilderd glas (in totaal zeven stuks) uit 1912 en 1914 van atelier F. Nicolas en zonen uit Roermond in de koorvensters. De ramen bevatten twee voorstellingen uit het Oude-Testament als voorafbeelding van een tevens in elk raam weergegeven voorstelling uit het Nieuw-Testament. In de cirkel in de venstertoppen is een symbolische voorstelling opgenomen van een dierfiguur of monogram.
- Drie vensters in koorsluiting uit 1912 en geplaatst in 1913 :
- Geboorte, Mozes gevonden in de Nijl, brandend braambos, leeuw in de top ;
- Kruisiging, offer van Isaac, koperen slang, pelikaan in de top ;
- Verrijzenis, Samson draagt deuren van Gaza, Jonas uitgespuwd door de walvis, phoenix in de top.Vier vensters uit 1914 in koortravee en aansluitende sluitingszijden :
- Annunciatie, zondeval van Eva, lamsvel van Gideon, God de Vader met Alpha en Omega in de top ;
- Visitatie, fioxenie van Abraham, Samuel, Eli en Hanna in de tempel, Maria Monogram in de top ;
- Hemelvaart van Christus, Tobias geleid door Engel, Elia vaart ten Hemel, Jezus Monogram in de top ;
- Pinksteren, Mozes ontvangt de wetstafelen, Elia verslaat op de berg Karmel de Baälpriesters (vuur uit hemel op altaar van Elia), Geestesduif in de top ;
- Wandarmaturen, zeven stuks tegen de pijlers van het schip, en twee driearmige tegen de voorwand van het priesterkoor, geel koper, omstreeks 1900 neogotiek
Klik hier om terug te gaan naar de pagina Weurt.
Klik hier voor: "kerkelijke objecten, herdenkingsmonumenten en kerkhoven
Aan de Kerkstraat in Weurt staat deze Rooms-Katholieke pastorie, welke in 1923 is gebouwd naar een ontwerp van de Nijmeegse architect Charles Estorgie.
Historie en ligging:
Op de plaats van de laat-middeleeuwse Andreaskapel werd tegen het einde van de 19de eeuw een geheel nieuwe katholieke kerk gebouwd in neogotische stijl. Om de kerk werd het kerkhof opnieuw ingericht. Rond 1900 was dit geheel klaar. Vermoedelijk in 1807 (historicus Schutjes beweert in 1801) werd ten zuiden van de kerk een met Rijkssubsidie tot stand gekomen pastorie gebouw, van het type, waarvan een ontwerptekening (bedoeld voor een pastorie te Ewijk) is bewaard gebleven. Dit type had een blokvormige opzet met een drie traveeën brede voorgevel met een deur met klassieke omlijsting. Het dak had een rietdekking die in 1884 werd vervangen door een leiendekking. Kennelijk voldeed deze pastorie niet meer aan de eisen van de tijd, want in 1922 is besloten om bij de kerk een nieuwe pastorie te bouwen. De oude pastorie werd echter niet gesloopt. De nieuwe pastorie werd simpelweg voor de oude gebouwd, die daardoor in de achtertuin van de nieuwe pastorie kwam te staan. De oude pastorie heeft bestemmingen gehad als verenigingslokaal en kleuterschool en werd uiteindelijk in 1976 gesloopt.
De nieuwe pastorie werd gebouwd in 1923. De diepe tuin grenst aan de zuidzijde van het kerkhof. Architect van de nieuwe pastorie was de bekende, veelvuldig in Nijmegen en omstreken werkzame Ch. Estourgie. Estourgie hanteerde niet één strikte bouwstijl, maar kon zich ook vaak zeer goed aanpassen aan de omgeving waarin hij bouwde. Deze uitbreiding sluit op zeer harmonieuze wijze aan op het oudere klooster. In Weurt paste hij zich ook aan aan de omgeving, door voor de pastorie een traditionele hoofdvorm te kiezen (blokvormige opzet met hoog schilddak), een vorm die reeds in het begin van de 19de eeuw bij pastorieën in deze streek is toegepast. De vormgeving is echter eigentijds, nuchter en zakelijk. Een traditioneel element is de getrapte topgevel, die echter wel eigentijds werd gedetailleerd.
De pastorie is fraai gesitueerd nabij de R.K.kerk van Weurt. Rondom het pand bevinden zich enige markante elementen, zoals de oorspronkelijke hekwerken, en een tuin met enige karakteristieke groenelementen en een Lourdesgrot (zie foto in 1e reactie).
Beschrijving:
De pastorie bezit een samengestelde plattegrond, in kern bestaande uit een rechthoekig hoofdblok, voorzien van twee bouwlagen en een steil, afgeplat schilddak met rode tuile du Nordpannen en twee zware bakstenen schoorstenen op het plat van de nok. De schoorstenen hebben elk een ijzeren regenkap met daarop een smeedijzeren opengewerkte klokvormige bekroning. in de linker is hierin een klein klokje opgehangen. De kap heeft houten bakgoten met een overstek op gesneden klossen. Aan de voorzijde bevindt zich in het midden een opvallende trapgevel met kwartrond gebogen treden, welke met een zadeldakvormige steekkap aansluit op de hoofdkap. De kap bezit verder drie dakkapellen met elk een plat dak. In de dakschilden boven de beide zijgevels bevindt zich een zeer brede houten dakkapel (boven de rechter zijgevel met links en rechts een dubbel draairaam en boven de linker zijgevel met drie enkelruits raampjes, met daartussen houten panelen). De dakkapel boven de achtergevel is smaller en lager geplaatst. De onderdorpel hiervan sluit aan op de dakvoet. Deze dakkapel heeft links en rechts een smal enkelruits raam.
Rechts tegen de voorgevel bevindt zich een rechthoekige serre-uitbouw met een half op de gevel aansluitend schilddak, gedekt met rode leipannen. Rechts tegen de rechter zijgevel bevindt zich een tweede rechthoekige uitbouw met een zelfde half schilddak met rode leipannen. Tegen de achtergevel bevindt zich een éénlaags rechthoekig achterhuis met een zadeldak.
De gevels zijn gemetseld in rood/bruine baksteen in kruisverband en voorzien van een hoge plint in gele baksteen, boven afsluitend met een rollaag. De vensters bezitten bakstenen lekdorpels en in de eerste bouwlaag strekken. In de tweede bouwlaag sluiten de vensters met een in siermetselwerk uitgevoerde rollaag aan onder een bakstenen fries in siermetselwerk. Onder de ver overstekende houten bakgoot bevinden zich drie, ten opzichte van elkaar uitkragende bakstenen muizetandlijsten. De vensters bezitten ongeprofileerde kozijnen.
De voorgevel bezit in de middenas, links van de serre een rondboogportiek met daarin een rondboogkozijn met originele deur met dekstukken. De deur bezit een rond raam met bijzonder smeedijzeren rooster. De deur heeft aan weerszijden smalle zijlichten, welke zich ook voortzetten in de rondboog (vier gebogen raampjes. Het deurkozijn heeft een hardstenen onderdorpel en hardstenen neuten. Links van de deurportiek bevindt zich een venster met kozijn met twee tussenstijlen en een vast kalf. Het kozijn bevat drie enkelruits (draai)ramen met drie enkelruits bovenlichten. De serre rechts heeft een bakstenen onderbouw en een houten bovenbouw. In de voorgevel van deze serre bevindt zich een smal rechthoekig middenraam, geflankeerd aan weerszijden door een breed raam. Deze ramen zijn enkelruits uitgevoerd. In de beide zijgevels bevindt zich ook een enkelruits raam. Het geheel sluit af met een houten hoofdgestel met bakgoot. De tweede bouwlaag heeft links en rechts een rechthoekig venster met drielichtkozijn met drie enkelruits (draai)ramen. In de middenas bevindt zich een smaller venster met tweelichtkozijn met weer enkelruits draairamen. Het venster wordt omgeven door siermetselwerk en boven het venster bevindt zich een paneel met in vergulde letters de tekst "PAX A DEO". Het paneel heeft een rechthoekige omlijsting uitgevoerd als een rollaag in groen geglazuurde baksteen. In de stenen topgevel bevindt zich een klein rechthoekig venster met een strek en onder de lekdorpel in een driehoekig vlak, uitkragend siermetselwerk. Het venster heeft een enkelruits draairaampje. De topgevel heeft gepleisterde kraagstenen en aanzetstenen bij de gebogen trappen.
De rechter zijgevel heeft in de eerste bouwlaag links een rechthoekig venster met een kruiskozijn met enkelruits draairamen en enkelruits bovenlichten. Rechts bevindt zich een geheel bakstenen erker met in de voorgevel links en rechts een smal venster met enkelruits raam en in de beide ondiepe zijgevels ook een smal venster met enkelruits raam. In de tweede bouwlaag bevindt zich links en rechts een venster met tweelichtkozijn met enkelruits draairamen.
De linker zijgevel heeft in de eerste bouwlaag links en rechts een rechthoekig venster met een kruiskozijn met enkelruits draairamen en enkelruits bovenlichten. In de middenas bevindt zich een klein venster met enkelruits raam. In de tweede bouwlaag bevindt zich links en rechts een venster met tweelichtkozijn met enkelruits draairamen. Het linker venster is minder ver naar beneden toe doorgetrokken dan het rechter venster. In de middenas bevindt zich weer een klein venster met enkelruits raam.
Het achterhuis heeft ook bakstenen gevels met onder de dakvoet van het zadeldak weer uitkragende bakstenen muizetandlijsten. De vensters en deuren sluiten af met gemetselde strekken. Dit achterhuis heeft rechthoekige deuropeningen met deuren met een enkelruits raam en vensters met tweelichtkozijnen met enkelruits draairamen. In de middenas van de achtergevel bevindt zich links naast de aansluiting van het achterhuis op deze gevel onder en boven een rechthoekig venster met enkelruits raam. Het linker deel heeft onder een brede tuindeurenopening, met dubbele tuindeuren met grote enkelruits ramen en enkelruits bovenlichten. Tegen dit gevelgedeelte is een houten balkon op houten stijlen geplaatst, waardoor de tuindeuren in een soort veranda liggen. De houten stijlen op hardstenen poeren verbreden zich aan de bovenzijde trapsgewijs. Het balkon heeft een balkonhek met houten hoekposten, bekroond met bollen. Op het balkon komen in de gevel geplaatste dubbele balkondeuren met grote ramen uit.
Tuin:
De tuin wordt aan de straatzijde afgesloten door een smeedijzeren geornamenteerd hekwerk. De hekdelen zijn geplaatst tussen bakstenen hekposten, in gele baksteen met dekplaten. Rechts van het huis bevindt zich in dit tuinhek een dubbele poort smeedijzeren poort, wat betreft vormgeving een voortzetting van het hekwerk. In de tuin karakteristieke groenelementen, waaronder fruitbomen, linde, coniferen en schuin rechts achter de pastorie aan het grintpad naar het achtererf een uit misbaksels en geklonterde baksteen opgetrokken Lourdesgrot met in een nis boven de grotopening een wit gepleisterd Mariabeeld in een plooienrijk gewaad met de handen in gebed bijeen gevouwen (zie 2e foto hier direct boven).
Architectuurhistorische waarde:
Goed en redelijk gaaf voorbeeld van een forse pastorie uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, gebouwd in een stijl, die een mengvorm is van zakelijke elementen (venster- en raamvormen, materiaalgebruik) en traditionele stijlinvloeden (opzet, trapgevel, kapvorm). Architect was de bekende, veelvuldig in Nijmegen en omstreken werkzame Charles Estorgie, die zich met de opzet en vormentaal van deze pastorie aanpaste bij de historische omgeving. Geliefd in deze periode is het veelvuldig toepassen van siermetselwerk. In stilistisch opzicht is dit pand in de gemeente zeldzaam te noemen. Bovendien vormt de pastorie samen met de kerk een fraai historisch ensemble.
Situeringswaarde:
Het pand is gelegen aan de Kerkstraat, één van de belangrijke hoofdstraten in de dorpskern, waaraan diverse monumenten zijn gelegen, die tezamen zorg dragen voor het behoud van het historische dorpsbeeld ter plaatse. Dit pand staat naast de monumentale R.K. kerk, waarmee het een sterk het beeld van de omgeving bepalend historisch ensemble vormt. Met de bebouwing aan deze straat en de hier haaks op gelegen Pastoor v.d. Marckstraat moet, indien men het historische beeld van Weurt wil behouden met zorg worden omgegaan. Kwalitatieve oude architectuur aan deze assen moet men dan ook zonder meer beschermen, omdat zij de dragers zijn van de aanwezige beeld- en belevingswaarde.
Sociaal-economische en cultuurhistorische waarde:
De pastorie en kerk dateren uit de bloeitijd van het katholicisme dat na een langdurige periode van onderdrukking in het begin van de 19de eeuw weer volledig tot ontplooiing kon komen. Na herstel van de bisschoppelijke hiërarchie bloeide het katholicisme weer volledig op in dorpen en steden. Nieuwe kerken, kloosters, scholen en pastorieën werden op grote schaal opgetrokken, met als gevolg dat het katholieke geloof een grote stempel ging drukken op het sociale leven en het dorpsbeeld van dorpen zoals Weurt. De pastorie is samen met de kerk en het verderop gelegen klooster een uitdrukking in steen van deze opbloei in Weurt en is derhalve ook van belang als monument van de plaatselijke (religieuze en sociale) historie.
Deze pastorie is een door de gemeente Beuningen, waartoe Weurt al vanaf begin van de 19e eeuw toe behoort, aangewezen gemeentelijk monument.
datum foto's: 28-09-2016
bron foto's: Paul Marsman©
Klik hier voor: "kerkelijke objecten, herdenkingsmonumenten en kerkhoven
T-vormige Boerderij
Boerderij op T-vormige plattegrond aan de Kerkstraat in Weurt.
Dwars woonhuis onder rieten schilddak. Vensters met negen- en zesruitsschuiframen en luiken.
Het is omstreeks 1800 gebouwd.
Verder is er van dit juweeltje weinig bekend.
Op de 1e foto (hierboven) het woongedeelte. De 2e foto (rechts) laat het bedrijfsgedeelte zien.
Deze boerderij is een rijksmonument.
datum foto's: 28-09-2016
bron foto:Paul Marsman©