Op deze pagina staan de objecten in/aan de Oude Kleefsebaan in Berg en Dal (dorp):
- Duivelsberg als gebied
En: - Hoofdonderwijzerswoning
- Kloostercomplex Mariadal
- Kruisbeeld
- Landhuis de Wychert
- Onze lieve vrouw van het Heilig Hartkerk
- Portierswoning
- Rechthoekig pand aan Kerkplein
- Een restaurant
Klik op het item wat u wilt zien voor directe toegang of scroll door alle artikelen van deze straat. Via het balletje met pijl rechts onderaan komt u hier weer terug (browsers in Windows).
Klik hier om terug te gaan naar de pagina Berg en Dal.
Het bevindt zich aan de gelijknamige weg op een heuvel: De Duivelsberg (Duits: Wylerberg of Teufelsberg), een natuurreservaat in de gemeente Berg en Dal, aan de grens met Duitsland. De 75,9 meter hoge heuvel is gelegen op de stuwwal ten oosten van Nijmegen, tussen Berg en Dal, Beek en de Nederlands-Duitse grens. Het natuurgebied De Duivelsberg beslaat ongeveer 125 hectare en is voornamelijk begroeid met loofbomen, vooral met de tamme kastanje. Het wordt beheerd door Staatsbosbeheer.
De heuvel behoorde tot 1949 tot het Duitse dorpje Wyler in de gemeente Kranenburg. De Duitse naam Wylerberg is afgeleid van de naam van dit dorp. Vanaf de berg heeft men een goed uitzicht over de "De Duffelt", de Duitse streek tussen Nijmegen en Kleef. De naam Duivelsberg zou afgeleid zijn van Duffelsberg. In de Middeleeuwen lag op de heuvel de burcht Mergelp.
In de Tweede Wereldoorlog streden Amerikaanse luchtlandingstroepen voor het bezit en het behoud van heuvel 75.9 tijdens de Operatie Market Garden.
Na de Tweede Wereldoorlog behoorde dat gebied, inclusief een deel van het huidige Beek en een deel van het Wylermeer tot de vele kleine gebieden die Nederland op 23 april 1949 ten koste van Duitsland annexeerde. In tegenstelling tot de andere gebieden werd de Duivelsberg e.o. op 1 augustus 1963 niet teruggegeven aan Duitsland, maar bleef het Nederlands grondgebied.
De toenmalige Duitse "Bundeskanzler" Konrad Adenauer had gedreigd geen snel- en spoorwegen (meer) naar Nederland te bouwen en grove tolheffing op de Rijn in te voeren als Nederland die gebieden niet terug zou geven. Daarmee zou alle vervoer van en naar Rotterdam niet mee kunnen groeien.
De "Autobahnen" zijn er gekomen, de treinverbindingen ook, de Rijn is nog steeds tolvrij en Rotterdam is uitgegroeid tot de grootste zeehaven van Europa. Maar de Duivelsberg is nog steeds Nederlands grondgebied...
De politicus Marinus van der Goes van Naters, woonachtig in Nijmegen, zou er tijdens de onderhandelingen met Duitsland bij de betrokken politici op hebben aangedrongen om het natuurgebied Nederlands te laten blijven, om milieutechnische redenen i.v.m. afwatering vanuit Groesbeek e.d.
Een belangrijk deel van De Duivelsberg behoorde, via vererving, vanaf 1906 toe aan Marie Schuster-Hiby. In 1965 verkocht de familie Schuster-Hiby het gebied aan de Staat der Nederlanden.
Het Pieterpad en Rivierenpad (voorheen: Lingepad) lopen over de Duivelsberg.
Het gebouw op de foto is naar alle waarschijnlijkheid een oude rustieke boerderij geweest, gebouwd toen het nog Duits gebied was. Bouwjaar en andere bijzonderheden zijn nauwelijks bekend. Het lijkt er op dat in Duitse archieven geen plek meer is voor de Teufelsberg. Het pand is dan ook verstoken van iedere registratie in enig monumentenregister, zowel in Duitsland maar ook in Nederland. Andere gegevens zijn er ook niet meer.
datum foto: 8 april 2016
bron foto: Paul Marsman©
Hoofdonderwijzerswoning
Aan de Oude Kleefsebaan te Berg en Dal staat deze voormalige hoofdonderwijzerswoning.
Het pand staat met de linkerzijgevel naar de Oude Kleefsebaan gericht. Het is een rechthoekige bakstenen bouwmassa onder een deels overstekend zadeldak met blauwe pannen en drie door de voorgevel brekende dakkapellen met topgeveltje en zadeldakje. Het pand heeft een zeldzame kapconstructie met schenkelspanten.
De achtergevel was naar een school gekeerd en is daarom vrijwel geheel blind uitgevoerd. Het pand heeft schuiframen en jaloezieluiken.
Bouwjaar: ca. 1915
Vroegere was dit de hoofdonderwijzerswoning, behorende bij de achtergelegen lagere school, welke in 1977 is afgebroken.
Het betreft hier een gemeentelijk monument.
datum foto: 25-03-2017
bron foto: Paul Marsman©
Dit staat aan begin van de Oude Kleefsebaan te Berg en Dal, direct na binnenkomst van die gemeente, geheel aan het zicht van de openbare weg onttrokken.
Een donkerrood bakstenen onderkelderd complex bestaande uit een voorhuis met hoofdingang, ontvangkamer en kapel en een achterhuis met slotklooster, onder schilddaken. De benedenverdieping herbergt gemeenschappelijke ruimtes, de eerste verdieping cellen voor de zusters en de tweede verdieping ateliers voor vervaardiging/verfraaiing en reparatie van paramenten. Een van de boogvormige portieken is verloren gegaan in 1982, andere opvallende details zijn de spinvensters en de vooruitspringende gevelafsluitingen. Gelegen in een tuin met de as op de voordeur, waarin een Mariagrot en een kerkhofje met kruisbeeld uit 1898, afkomstig uit het klooster van de zusters Dominicanessen van Venlo.
Bouwjaar: 1928
Architect: C.M.F.H. Estourgie
Bouwstijl: expressionisme met kenmerken van de Amsterdamse School
Dit gebouw was oorspronkelijk het slotklooster, gebouwd voor de Zusters van het Gezelschap der Dochters van Jezus Heilig Hart. Deze congregatie verliet het pand in 1980, waarna het in gebruik werd genomen door de zusters Dominicanessen van Venlo, die de naam veranderden in “Mariadal.”
Momenteel doet het complex dienst als provincialaat van de Orde der Dominicanen Nederland.
Het is een gemeentelijk monument.
datum foto: 25-03-2017
bron foto: Paul Marsman©
Klik hier voor: "kerkelijke objecten, herdenkingsmonumenten en kerkhoven
Aan de Oude Kleefsebaan te Berg en Dal op de hoek met de Kwakkenberglaan staat dit kruisbeeld in architecturale compositie.
Het is een stenen beeld op houten kruis bevestigd tegen een kolom van rode baksteen, die aan de bovenzijde rondbogig eindigt en rondom loopt in een rollaag. De kolom staat op een V-vormige keermuur van gele baksteen die aan beide zijden eindigt in een halfronde bloembak. Voor de kolom een halfronde gemetselde tafel met zes traptreden.
Het geheel staat in een twee treden hoog gemetseld perk in de vorm van een afgeronde driehoek dat omgeven is door fraai vormgegeven hekwerk (zie foto hier rechtsonder).
Bouwjaar: 1928
Architect: vermoedelijk C.M.F.H. Estourgie
Bouwstijl: expressionisme
Dit monumentje met park kent zijn ontstaan als onderdeel van het erachter gelegen kloostercomplex Mariadal (zie elders op deze pagina).
Oorspronkelijk stond hier het beeld 'Christus Koning,' welke nu bij de Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hartkerk in Berg en dal staat, even verderop aan de Oude Kleefsebaan (zie foto links onder).
Kruisbeeld, parkje en hek is een gemeentelijk monument.
datum foto's: 25-03-2017
bron foto's: paul Marsman©
Klik hier voor: "kerkelijke objecten, herdenkingsmonumenten en kerkhoven
Aan de Oude Kleefsebaan te Berg en Dal staat dit markante landhuis.
Landhuis "De Wychert" is gebouwd in 1907 naar ontwerp van de Hilversumse architect J.W. Hanrath (1867-1932) in opdracht van G.S.H. Wendelaar. Het huis werd gebouwd ter vervanging van een ouder huis met dezelfde naam, gelegen ten noorden van de Oude Kleefsebaan op het voormalige landgoed "Bergendaal." Het pand is gebouwd in Nieuw-Historiserende Stijl, met elementen verwijzend naar de Hollandse Renaissance en het Classicisme, gecombineerd met principes uit de Engelse en Franse landhuisstijlen.
Bouwjaar: 1907
Bouwstijl: nieuw-historiserend
Bouwtype: landhuis
Architect: J.W. Anrath
Architect Hanrath geldt als vernieuwer van landhuisarchitectuur in het eerste decennium van de twintigste eeuw. Zijn altijd monumentale huizen hebben als typisch kenmerk grote aandacht voor ingangspartijen, vensters en erkers. Zo kenmerkt De Wychert zich door de verspringende bouwvolumes en het gebruik van een torenlichaam, schilderachtige asymmetrie en de toepassing van trapgevels. Een torenlichaam wordt in de villa's in de omgeving veel toegepast.
In Berg en Dal en omgeving vestigden zich vanaf de negentiende eeuw in toenemende mate welgestelde Nederlanders vanwege het fraaie landschap. De negentiende- en vroeg twintigste-eeuwse landhuizen en villa's bepalen er nog altijd het karakter.
Het pand verkeert grotendeels in oorspronkelijke staat. De belangrijkste wijzigingen betreffen een aan de rechter zijgevel aangebouwde vleugel (jaren dertig) en de torenbekroning (gewijzigd in de jaren twintig). Voorts is recentelijk op de verdieping een appartement ingericht, waarbij de oorspronkelijke indeling is gewijzigd.
De Wychert is omgeven door een parkachtige tuin met grint en monumentale bomen. Het perceel wordt aan de straatzijde door een nieuw hekwerk begrensd.
Omschrijving:
Het betreft een groot landhuis, samengesteld uit rechthoekige bouwdelen onder met leien bedekte schilddaken, een zadeldak en een tentdak. Deze worden verlevendigd met dakkapellen met overstekende schilddaken. Het hoofdvolume telt twee bouwlagen met in de zijgevels en links in de voorgevel een trapgevel. Rechts in de voorgevel, boven de omlijste voordeur, rijst een achtzijdige toren op met bovenop een rondlopende balustrade. Daarboven verjongt zich de toren, die wordt bekroond met een leien gedekte spits. Links aan de achterzijde van het pand bevindt zich een bouwdeel met plat dak en balustrade. De vensters hebben halve luiken.
Het volledig onderkelderde landhuis kent een overwegend asymmetrische indeling in plattegrond en gevels. Het geheel is gebouwd op een geaccidenteerd, naar achteren aflopend terrein en heeft een rechthoekige hoofdvorm met diverse uitspringende volumes. Het hoofdvolume is twee bouwlagen en een zolderverdieping hoog, de aanbouwen hebben een of meerdere verdiepingen. Het pand wordt afgesloten door een samengestelde kap met ongelijke nokhoogten, belegd met leien in Maasdekking.
Het dak bestaat uit een afgeplat schilddak, zadeldaken en schilddaken. De afwatering van het dak vindt plaats via bakgoten op een uitgemetselde dakrand. Alle dakkapellen zijn identiek met kruisvensters afgesloten door achterliggende schilddakjes gedekt met leien en voorzien van bakgoten. Ze komen voor aan de voorzijde (drie), in het rechter zijschild (twee). Bovendien bevindt zich een dakkapelletje met enkel venster in het voorschild van de uitbouw links voor. In het hoofddak bevinden zich enkele forse schoorstenen met smeedijzeren krul-ornamenten.
De gevels met hoge uitgemetselde plint en rollaag in profielbaksteen, zijn in Vlaams Verband gemetseld, in veelkleurige baksteen. De gevels zijn verlevendigd met natuursteen onder meer rond de ingangspartij, als boogstenen en voorts zorgen de witgeschilderde raam- en deurkozijnen voor contrastwerking. In de gevels bevinden zich smeedijzeren muurankers. Binnen de gevels zijn verschillende venstertypen toegepast, die naar de renaissance verwijzen: kruisvensters met luiken voor de onderramen, en samengestelde raampartijen. Daarnaast komen ovale vensters voor. De meeste ramen zijn voorzien van ongekleurd glas-in-lood, soms volledig soms alleen in de bovenlichten. De vensters worden aan de bovenzijde door een strekkenlaag afgesloten, waarboven zich een opvallende segmentboog bevindt met boogstenen. Onder de vensters bevinden zich dorpels.
De asymmetrisch ingedeelde VOORGEVEL is in te delen in vijf ongelijke vensterassen. Ongeveer in het midden bevindt zich een ingangspartij waarboven de gevel uitloopt in een torenlichaam. Links van deze partij wordt een smalle as met een trapgevel boven de gootlijst doorgetrokken, en voor het sobere geveleinde geheel links is een eenlaags uitbouw gezet die wordt afgedekt met een schilddak. In de voorgevel zijn vensters toegepast zoals beschreven, waarbij ongeveer in het midden een groot zesdelig traplicht is geplaatst. De ovale vensters bevinden zich in het eenlaagse gedeelte links. De ingangspartij wordt voorafgegaan door drie hardstenen treden tussen gemetselde muurtjes met gemetselde kolommen met bolbekroning. De houten paneeldeur met smalle zijlichten wordt aan de bovenzijde afgesloten door een halfrond bovenlicht met glas-in-lood en een radiale roedeverdeling. Het geheel wordt omgeven door een bekleding van steen met schijnvoegen in radiale richting en geflankeerd door ronde zuilen op een gemetselde onderbouw. Deze zuilen dragen een fronton. De overgang naar het torenlichaam wordt gevormd door een trapsgewijze uitmetseling, en hardstenen aanzetstukken. In deze afgeknotte trapgevel is een rechthoekige gevelsteen aangebracht met de naam van het landhuis en twee vlechtwerkornamenten. De achtzijdige toren is als uitkijktoren opgevat en bezit thans een gesloten bekroning met torendak. Hieromheen bevindt zich een trans omgeven door een uitkragende balustrade op consoles. In de windvaan die de toren bekroond is het jaartal 1908 uitgespaard.
De RECHTER ZIJGEVEL bestaat uit drie assen. Het bredere rechter geveldeel bevat rechts een in de jaren dertig uitgebouwde vleugel, voorzien van een plat en uitgemetselde opengewerkte balustrade. In de voorgevel van deze uitbouw bevindt zich een kruisvenster. De rechter zijgevel is blind. De tussenas heeft twee hoge kloostervensters in elke bouwlaag. De linker as springt als een risaliet ver naar voren en eindigt in een trapgevel. Voor de eerste bouwlaag bevindt zich een uitgemetselde erker met schilddak, met gekoppelde vensters met luiken in de voorzijde van de erker, en enkele vensters in beide zijgevels. De tweede bouwlaag heeft een kruisvenster en een enkel venster bevindt zich in de top. De LINKER ZIJGEVEL kan worden verdeeld in vier volumes. Rechts sluit een eenlaags deel aan afgesloten door een schilddak, hieraan grenst een partij die als trapgevel boven de gootlijst is doorgetrokken. Vervolgens springt een smalle partij naar voren, een over twee bouwlagen doorlopend platgedekt volume met een opengewerkte gemetselde dakrand. Boven dit plat is de kap enigszins gewijzigd om toegang tot het plat te verschaffen. Links bevindt zich een rechtafgesloten geveldeel van twee assen, waarin in elke bouwlaag twee vensters voorkomen. Op kelderniveau bevinden zich in dezelfde vertikale as twee tweedelige kelderlichten (geïnspireerd op het bolkozijn). De drie volumes zijn voorzien van vensters zoals beschreven waarbij in de rechter partij een deur is aangebracht en een ovaal venster. Voor het middelste geveldeel bevindt zich een externe kelderingang. Ten behoeve hiervan loopt over de hele rechter gevelhelft een gemetselde muur.
De ACHTERGEVEL is te verdelen in een terugspringende middenpartij en vooruitspringende zijrisalieten die in trapgevels eindigen. Voor de middenpartij bevindt zich een bordes dat het niveauverschil naar de tuin overbrugt. Het bordes wordt omgeven door een gemetselde muur en is via twee trappen toegankelijk. Onder het bordes bevinden zich kelderruimten. In de eerste bouwlaag bevindt zich een loggia onder een balkon op gemetselde pijlers. Het balkon heeft een opengewerkte gemetselde balustrade. Dubbele deuren geven toegang tot de Hall, ze bevinden zich in een samengesteld kozijn van zes ramen, geflankeerd door grote kruisvensters. In de zijwanden van de risalieten die uitkomen op de loggia bevinden zich paneeldeuren onder segmentbogen. De risalieten zijn vrijwel identiek met tweedelige kelderlichten op kelderniveau. In de eerste bouwlaag bevindt zich rechts een samengesteld venster (links zijn dit twee kruisvensters) en in de derde bouwlaag samengestelde vensters met drie gekoppelde ramen onder bovenlichten. In elke geveltop een enkel venster. Links sluit de uitgebouwde vleugel aan, met in de achtergevel van links naar rechts een kruisvenster, een drielichtvenster en een tweedelig venster in de kelderzone.
De oorspronkelijke indeling van het INTERIEUR bestond uit een aantal verspringende vleugels gegroepeerd om een vierkante kern, een Hall met haardpartij waarop het entreeportaal en de diverse woonvertrekken uitkwamen, alsmede de monumentale trappartij. Op de verdieping bevonden zich logeervertrekken en de slaapvertrekken van de bouwheer en zijn personeel. Het interieur was rijk betimmerd. De oorspronkelijke indeling is op de begane grond grotendeels gehandhaafd. Op de verdieping zijn t.b.v. de inrichting tot appartement enkele ruimten samengevoegd. De oorspronkelijke elementen op de begane grond zijn veelal bewaard gebleven. Zo is de aankleding van de hal grotendeels in tact, met onder meer marmeren vloer, monumentale trappartij met zware houten balustrade, schoorsteenmantel, houten plafond en hoge lambrizering. De voormalige biljartkamer heeft een soortgelijke lambrizering, en een schoorsteenmantel, evenals de eetkamer, waar zich een in de lambrizering opgenomen buffetkast bevindt. In het ingangsportaal rechts is nog een kastje aanwezig met de stichtingsoorkonde van het pand.
Waardering:
-Van architectuurhistorische waarde als gaaf en goed voorbeeld van een landhuis uit het begin van de twintigste eeuw, die de kenmerken vertoont van de Nieuw-Historiserende Stijl. Het pand valt op vanwege esthetische kwaliteiten in in- en exterieur zoals de fraaie hoofdvorm met gave verhoudingen, en het materiaalgebruik. De toepassing van een toren komt in de villabouw in de omgeving veelvuldig voor. Het interieur is voornamelijk op de begane grond nog in tact en onderstreept het monumentale karakter van het pand. De Wychert is een typerend werk binnen het oeuvre van Hanrath, die voor de Eerste Wereldoorlog een van de belangrijkste vernieuwers van de landhuisarchitectuur was.
-Van stedenbouwkundige waarde als karakteristiek onderdeel van de bebouwing langs de Oude Kleefsebaan, waar het vanwege de fraaie verschijningsvorm en de markante ligging een belangrijke beeldbepalende rol speelt.
-Van cultuurhistorische waarde als uiting van een maatschappelijke ontwikkeling, als voorbeeld van een landhuis voor de welgestelde burgerij aan het begin van de twintigste eeuw, die zich bij voorkeur in villa's in het landschappelijk fraaie gebied van de stuwwal vestigden.
Vroeger heeft het dienst gedaan als woning, klooster, orthopedagogisch instituut en missiehuis.
Momenteel is het een woonhuis met kantoor.
Landhuis "De Wychert" is een Rijksmonument.
datum foto: 25-03-2017
bron foto: Paul Marsman©
Onze lieve vrouw van het Heilig Hartkerk
De Rooms Katholieke kerk Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart aan de Oude Kleefsebaan te Berg en Dal.
De architect Jan Strik uit Boxtel, ontwierp in de 60er jaren van de vorige eeuw, in de ogen van Pastoor van Helvoirt en het kerkbestuur, een juweel van een kerk voor ongeveer 650 bezoekers. Wel was hij afhankelijk van een bepaald budget. Overeenkomstig de bedoeling van het kerkbestuur is het een kerkgebouw geworden dat allereerst de menselijke ontmoeting rond de eucharistieviering wilde laten prevaleren. Hieronder leest u hoe de architect Jan Strik zijn opdracht destijds heeft verwoord en uitgevoerd.
De opdracht was een kerkgebouw te ontwerpen voor ongeveer 600 personen, dat een sfeer heeft van menselijke ontmoeting, een pastorie (zie 1e reactie) en enkele ruimten waarin diverse activiteiten van de gemeenschap kunnen plaatsvinden. Het fraaie bouwterrein dat voor het complex beschikbaar was, is geheel geaccidenteerd en begroeid met majestueuze bomen, die allen zijn behouden. De hoofdelementen van het complexzijn: het kerkgebouw en de pastorie, verbonden door een lage strook waarin zijn ondergebracht de sacristie en de ruimten voor diverse activiteiten.
De sfeer van menselijke ontmoeting is buiten uitgedrukt door de wijze van benadering van het complex en door de vorm en maten van de bouwmassa’s, die daarom laag zijn gehouden en daardoor een tegenstelling vormen met de hoog opgaande bomen. Vanaf de Oude Kleefsebaan komt men via een brede trap, gemarkeerd door een klokkenstoel op een laag ommuurd en verhoogd atrium. Deze ontmoetingsplaats is verhard, waarin vakken groen.
Vanaf het atrium worden kerk en pastorie betreden. De hoofdingang van de kerk geeft tevens toegang tot de sacristie en de crêche, waarin tijdens de diensten de kleintjes kunnen worden ondergebracht. De sfeer van menselijke ontmoeting in het kerkgebouw is uitgedrukt door het hanteren van maten die op de mensen van toepassing zijn, zonder te streven naar het scheppen van monumentale ruimte.
Ook kleinere groepen gelovigen kunnen, in een bijna huiselijke sfeer, gezamenlijk het Heilig Offer vieren. De mogelijkheid bestaat daartoe doordat in het centrum van de ruimte het meubilair is opgesteld op een wijze die uitnodigt "tot het aan tafel gaan."
Sfeerbepalend is vooral het lage plafond, dat waar het offer gevierd wordt, is opgelicht. Van buiten vormt dit een plastische aanduiding van deze belangrijke plaats.
Op de tweede foto de bijbehorende pastorie.
Dit kerkcomplex is (nog) niet opgenomen in een monumentenregister.
datum foto's: 25-03-2017
bron foto's: Paul Marsman©
Klik hier voor: "kerkelijke objecten, herdenkingsmonumenten en kerkhoven
Een vrijstaand pand, aan de Oude Kleefsebaan in Berg en Dal, één huis verder dan de hoek met de Molenbosweg.
Het huis is gebouwd als portierswoning, behorend bij het landgoed Watermeerwijk. Momenteel is het als woonhuis in gebruik en staat het los van het landgoed.
Het is een bakstenen eenlagig pand op vierkant grondplan onder een tentdak met rode pannen en een witgepleisterd fries. Het heeft symmetrisch ingedeelde gevels met meerruitsbovenlichten en meerkleurig beschilderde luiken voor de onderramen.
Op de afbeelding hiernaast een foto van dit huis, jaarlijks tijdens de 4daagse-periode.
Dit karakteristieke huis heeft gemeentelijke monumentenbescherming van de gemeente Berg en Dal.
datum 1e foto: 28-03-2016
datum 2e foto: 17-07-2017
bron foto's: Paul Marsman©
Rechthoekig pand aan Kerkplein.
Aan de Oude Kleefsebaan in Berg en Dal, langs het plein voor de Onze Lieve Vrouwe van het Heilig Hart-Kerk staat dit rechthoekige pand. Het heeft één bouwlaag onder een ver overstekend wolfdak met donkere pannen. In die pannen is met rode pannen een karakteristiek ruitmotief aangebracht.
De ingangspartij bevindt zich onder een vooruitspringende luifel die op stijlen rust. De achtergevel heeft een verhoogd middendeel met Vlaamse gevel.
Het is in een traditionele bouw met kenmerken van chaletstijl.
Het is als bijgebouw van het naastgelegen landhuis De Wychert gebouwd en heeft dienst gedaan als hovenierswoning.
Thans is het een woonhuis.
Bouwjaar: ca. 1920.
Dit optrekje is een gemeentelijk monument door de gemeente Berg en Dal aangewezen.
datum foto: 21-04-2016
bron foto: Paul Marsman©
Dit restaurant staat aan de Oude Kleefsebaan te Berg en Dal.
Een van oorsprong vierkant gepleisterd bakstenen pand onder afgeplat schilddak met donkere pannen. Het pand is diverse malen naar achteren uitgebreid. De asymmetrisch ingedeelde voorgevel kende vroeger twee toegangen, waarvan er één is dichtgezet. Over de gehele breedte een vermoedelijk niet oorspronkelijk balkon, links een veranda met Jugendstil-houtsnijwerk, rechts een erker. In de veranda een vloer met gestileerde bloemmotieven. Op de verdieping een vlaamse gevel die beëindigd wordt met een sierlijke opbouw waarin het jaartal 1914 en het opschrift “DE-NED: LEEUW”.
Bouwjaar: 1914
Bouwstijl: kenmerken van Jugendstil
Vroeger was dit een café en woonhuizen. Het lag toen schuin tegenover de toenmalige Nederlands-Duitse grens.
Tegenwoordig is het, zoals hierboven aangegeven, een restaurant.
Dit pand waar het restaurant in zit is een gemeentelijk monument.
datum foto: 25-03-2017
bron foto: Paul Marsman©