Op deze pagina staan de objecten in/aan de Daalseweg in Nijmegen Oost:
- Voormalig Badhuis
- Begraafplaats
- Prins Hendrikkazerne (opent in de pagina Limosterrein)
Klik op het item wat u wilt zien voor directe toegang of scroll door alle artikelen van deze straat. Via het balletje met pijl rechts onderaan komt u hier weer terug (browsers in Windows).
Klik hier om terug te gaan naar de pagina Nijmegen Oost.
Dit vroegere Badhuis, met inpandige beheerderswoning staat aan de rotonde op de Daalseweg met de Tooropstraat, de Koolemans Beynenstraat en de van Langeveldstraat. Thans is dit gebouw in gebruik als theater.
Het is in 1928 gebouwd door Gemeentewerken Nijmegen in een stijl die invloed vertoont van de Amsterdamse School. In de entreehal in het voorste gedeelte van het badhuis werden de mannen en vrouwen afzonderlijk naar het rechter en het linker gedeelte van de achterbouw geleid, waar zich de kleedhokjes, douches en baden bevonden. Op de eerste verdieping van de voorbouw was de beheerderswoning gesitueerd. Het badhuis werd in 1985 gesloten en in 1987-1988 verbouwd tot theater door E.A. Hulstein en P. van Hontem, waarbij het oorspronkelijke exterieur vrijwel geheel bewaard is gebleven. Het interieur van de voorbouw bleef eveneens grotendeels intact. De entreehal doet dienst als foyer en in de beheerderswoning is nu het kantoor van het theater gevestigd. De dakopbouw van het achterste gedeelte kreeg i.p.v. het met glasplaten gedekte dak een zinken roevendak. Het interieur van de voormalige badruimte werd gesloopt en verbouwd tot theaterzaal.
Het badhuis is gelegen op een wigvormig, licht hellend terrein aan de splitsing van de Daalseweg en de Koolemans Beijnenstraat. Tussen deze straten verrees in de periode 1926-1930 een nieuwe woonwijk. De bewoners van deze wijk en de in 1925 gereed gekomen Spoorbuurt waren voor het gebruik van douche of bad aangewezen op het badhuis. Op de splitsing komen naast boven genoemde straten nog drie straten uit zodat een stervormig plein is ontstaan. Voor het badhuis, dat met de voorgevel (noordgevel) naar het plein is gekeerd, ligt een voorplein.
Omschrijving
Het Badhuis heeft een symmetrische opzet en bestaat uit twee bouwvolumes, een voorbouw met een grondplan in de vorm van een langgerekte zeshoek, waarbij de twee lange zijden de voor-en de achterzijde vormen en de vier korte zijden de twee zijgevels. Haaks hierop staat de achterbouw met een T-vormig grondplan. Het badhuis is onderkelderd. De voorbouw heeft twee bouwlagen en een zolder onder een overstekend schilddak met gesmoorde verbeterde Hollandse pannen. Het voor- en achterschild hebben over de volle nokbreedte een dakkapel met een opgewipt lessenaarsdak, windveren, met leien bedekte zijkanten en schuin geplaatste ventilatie roosters aan de voorzijde en meerruits raampjes aan de achterzijde. In de nok staan twee gemetselde schoorstenen met betonnen bekroningen. De achterbouw heeft een samengesteld dak, dat bestaat uit een afgeplat zadeldak en een haaks hierop staand schilddak, beide met gesmoorde verbeterde Hollandse pannen. Het afgeplatte deel heeft over de gehele lengte een houten dakopbouw met tien 4-ruits ramen aan weerszijden en een zinken roevendak. De nok van het schilddak wordt bekroond door zinken pironnen.
Het badhuis is opgetrokken uit donker- en lichtrode baksteen gemetseld in Vlaams verband. De donkerrode baksteen is gebruikt voor de plint en de steunberen en voornamelijk verticaal gemetseld. De horizontale accenten in de vorm van een cordonlijst, waterlijsten waarin doorlopende lekdorpels zijn opgenomen en de ornamenten aan de steunberen zijn uitgevoerd in grindbeton. De tweede bouwlaag wordt verder verlevendigd door vooruitspringende horizontale banden metselwerk en velden met verticaal metselwerk. De gevels worden afgesloten met houten lijsten en overstekende houten bakgoten. De vensters zijn rechthoekig en hebben over het algemeen houten kruis- of kloosterkozijnen of enkelvoudige kozijnen, die zijn voorzien van 4-, of 6-ruits ramen. De ramen in de eerste bouwlaag van de voorgevel zijn van staal.
De symmetrisch ingedeelde VOORGEVEL heeft een middenrisaliet, waarin zich de ingangspartij bevindt. Deze bestaat uit een dubbele houten deur met een 2-ruits stalen bovenlicht. De deur heeft in iedere helft drie ruiten met smeedijzeren roosters en wordt aan weerszijden geflankeerd door smalle, hoge vensters met 4-ruits stalen ramen. Onder deze ramen zijn golvend gesmede leuningen tegen de muur bevestigd. Voor de deur ligt een stoep. In de tweede bouwlaag van de risaliet bevinden zich vier d.m.v. een doorlopende lekdorpel gekoppelde vensters. Tussen de vensters en de cordonlijst zijn in een omkadering van rijk geornamenteerd smeedwerk de krullend gesmede letters "BADHUIS" aangebracht. De risaliet wordt aan weerszijden geflankeerd door drie smalle, hoge vensters met 4-ruits stalen ramen in de eerste bouwlaag en een venster met kruiskozijn in de tweede bouwlaag.
De symmetrisch ingedeelde LINKER ZIJGEVEL bestaat uit twee identiek vormgegeven korte zijden van de langgerekte zeshoek, die worden gescheiden door een tot de goot doorlopende liseen, waartegen in de eerste bouwlaag een steunbeer is geplaatst. Aan weerszijden van de steunbeer bevinden zich licht vooruitspringende muurvlakken met in de eerste en de tweede bouwlaag twee vensters met resp. kloosterkozijnen met twee 4-ruits ramen en kozijnen met 6-ruits draairamen.
De symmetrisch ingedeelde RECHTER ZIJGEVEL is op dezelfde wijze vorm gegeven als de linker zijgevel.
De ACHTERGEVEL van de voorbouw wordt vrijwel geheel aan het oog onttrokken door de aangebouwde achterbouw. Voor het overige is deze gevel blind uitgevoerd.
De LINKER ZIJGEVEL van de achterbouw heeft aan het uiteinde links een vooruitspringend gedeelte met een paneeldeur met 6-ruits bovenlicht en een venster met 6-ruits raam. Het wat meer terug gelegen gedeelte heeft aan de bovenzijde een doorlopend bandvenster met een strook van negen 4- en 8-ruits ramen. Verder bevindt zich hier een trap die toegang geeft tot de kelder.
De RECHTER ZIJGEVEL van de achterbouw heeft aan het uiteinde rechts een vooruitspringend gedeelte met een paneeldeur met 6-ruits bovenlicht en dubbele deur met 8-ruits bovenlicht. Het terug gelegen gedeelte is op vrijwel dezelfde wijze vormgegeven als bij de linker zijgevel. Hier bevindt zich echter links een paneeldeur met 4-ruits bovenlicht.
De ACHTERGEVEL van de achterbouw is niet zichtbaar.
Het INTERIEUR van de voorbouw is grotendeel bewaard gebleven. In het tochtportaal geeft een dubbele glasdeur toegang tot de vrijwel het gehele oppervlak van de voorbouw beslaande hal met de kassa in het midden van de achterwand. Tegen de achterzijde van de kassa bevinden zich twee hardstenen fonteintjes waar de bezoekers hun voeten dienden te wassen alvorens de badruimte te betreden. De wanden zijn tot ca. 2.50m. bekleed met gekleurd terrazzowerk in bruin-, rood- en groentinten, waarin een rand van witte, zwarte en zwarte reliis verwerkt. De lambrizering wordt afgesloten met een houten lijst met halfrond profiel. Op de verdieping is de indeling van de voormalige beheerderswoning bewaard gebleven en zijn tevens nog oorspronkelijke interieurelementen aanwezig zoals eenvoudige stucplafonds, de keuken met keuken- en aanrechtkastjes, een 16-ruits daklicht in het plafond van de overloop en paneeldeuren in vlakke omlijsting. Verder zijn in voor- en achterbouw nog een aantal oorspronkelijke paneeldeuren met ruitvormig ruitje en een oorspronkelijke trap aanwezig. In de achterbouw bevindt zich achter de ingang in de linker zijgevel nog een oorspronkelijke gang met een groen-zwarte tegelvloer een terrazzo-lambrizering van hetzelfde type maar met een andere kleurstelling als in de voorbouw.
Waardering:
- Van architectuurhistorische waarde als een goed en vrij gaaf voorbeeld van een groot badhuis in een stijl die invloeden vertoont van de Amsterdamse School. Het badhuis heeft esthetische kwaliteiten in het ontwerp zoals goede verhoudingen en een bijzonder materiaalgebruik en ornamentering. Het badhuis heeft bovendien architectuurhistorische waarde omdat het als bouwtype zeldzaam is geworden.
- Van stedenbouwkundige waarde als onderdeel van een in dezelfde periode tot stand gekomen woonwijk en vanwege de markante ligging op een wigvormig terrein aan een plein waar vijf wegen samenkomen.
- Van cultuurhistorische waarde vanwege de bestemming, welke verbonden is met een historische ontwikkeling nl. het van gemeentewege oprichten van openbare badhuizen in uitbreidingswijken.
Dit voormalige badhuis en huidig theater is een rijksmonument.
datum foto: 17-04-2017
bron foto: Paul Marsman©
Een sierlijk smeedijzeren hek vormt de toegang tot begraafplaats Daalseweg. Daarachter een majestueuze beukenlaan (zie tweede foto), in kruisvorm met in het hart een kruisbeeld (zie derde foto). Met de nodige grandeur biedt deze Rooms-katholieke begraafplaats uit 1885 een laatste rustplaats aan vele bekende Nijmegenaren en Nijmeegse families. Onder een dak van bladeren zorgen de vele oude grafmonumenten gelegen tussen statige bomen voor het monumentale karakter van de begraafplaats. Om dat karakter te bewaren vindt aan de randen van de begraafplaats geen intensief onderhoud meer plaats. De padenstructuur wordt daardoor vager, maar natuurlijk groen krijgt meer lucht. Sinds 1995 worden hier weer nieuwe graven uitgegeven, waardoor er een spannende mengeling van heden en verleden ontstaat.
De Begraafplaats Daalseweg is een van de bekendste begraafplaatsen in Nijmegen. Er liggen veel prominente en bekende Nijmegenaren. De begraafplaats ligt in de wijk Altrade.
In 1948 werd de begraafplaats gesloten vanwege de zware beschadigingen die aan het eind van de Tweede Wereldoorlog ten gevolge van oorlogshandelingen waren ontstaan. Ook was het ontbreken van uitbreidingsmogelijkheden een van de redenen voor sluiting. Na bijna een halve eeuw werd in 1995 na een grondige renovatie de begraafplaats weer in gebruik genomen. Het inmiddels tot Rijksmonument verheven stukje Nijmegen is niet alleen bijzonder vanwege de aanwezigheid van de hier begraven prominente Nijmegenaren. Het ontwerp en het originele smeedijzeren hekwerk bij de ingang met aan weerskanten natuurstenen neogotische hekpijlers, zijn mogelijk van een nog grotere waarde.
De begraafplaats is ontworpen door stadsarchitect Jan Jacob Weve (overigens ook daar begraven). Op 24 juni 1885 kreeg Nijmegen haar eerste rooms-Katholieke begraafplaats door inzegening van de bisschop van 's-Hertogenbosch, Mgr. Godschalk. De twee brede paden die elkaar in een hoek van 90 graden kruisen vormen de basis, waaraan aan weerskanten rode beuken staan. Langs deze twee kruisende paden liggen de meest bekende graven.
Tot op heden zijn er op de begraafplaats Daalseweg zo'n 25.000 mensen begraven, waarvan ruim 300 slachtoffers van het Bombardement op Nijmegen op 22 februari 1944. Verder liggen er prominente families begraven, waaronder Dreesmann, Terwindt, Bahlmann en Dobbelmann. Een gezichtsbepalend grafmonument op de begraafplaats is dat van de scheepsmagnaat A.F. Smulders (rijksmonument). Hij leverde onder meer bouwmaterialen voor het Suezkanaal. Maar er liggen meer prominente mensen, waaronder de in Nijmegen wereldberoemde architect Oscar Leeuw. De grafmonumenten van de families van Heukelum, Veerkamp (zie foto en tekst onderaan na dit artikel), Randag en van Rosendael zijn evenals het eerder genoemde grafmonument van de familie Smulders zijn ieder apart aangemerkt als rijksmonument. Ook 5 aanwezige kruiswegstaties zijn tezamen één rijksmonument.
Op deze begraafplaats is ook een algemeen herdenkingsmonument voor de slachtoffers van het bombardement van 22 februari 1944 (zie vierde foto hier direct boven).
Het op de eerste foto afgebeelde toegangshek is een apart aangewezen rijksmonument. Dat geldt ook voor de begraafplaats in zijn geheel en enkele elementen apart.
datum foto's: 23-09-2016
bron foto's: Paul Marsman©
Klik hier voor: "kerkelijke objecten, herdenkingsmonumenten en kerkhoven"
Dit monument is te vinden op begraafplaats Daalseweg en is ca. 1900 vervaardigd in neogotische stijl. De grafkapel is gemaakt door de steenhouwer H.A. Euwens (1840-1910), wiens naam in het rechter postament is te lezen.
Het grafmonument bestaat uit een neogotische open grafkapel en een liggende steen. De hardstenen grafkapel heeft een vierkant grondplan, een met een waterlijst afgesloten sokkel, een zadeldakje met nagebootste rensleien en een kruisbekroning op de top en twee aangekapte zadeldakjes boven de topgeveltjes van de zijgevels, die worden bekroond met een kruisbloem.
De voorgevel heeft een tootboogvormig afgesloten opening, die wordt omlijst door twee zwart granieten zuilen op postamenten en voorzien van composietkapitelen. Op het rechter postament staat het inschrift:
"H.A. Euwens". De topgevel heeft schouderstukken en een geprofileerde lijst. Tussen de lijst en de boog bevinden zich banden met de opschriften: "FAMILIE" en "VEERKAMP". De zijgevels hebben twee tootboogvormig afgesloten openingen. De achtergevel heeft in de topgevel een driepasvormige opening. In de kapel leiden vijf marmeren treden naar een marmeren beeld van een treurende vrouw, die met haar rechter arm leunt op een marmeren kruis met Christusmonogram.
De grafplaat is van zwart graniet gemaakt en draagt het volgende inschrift: "CAROLUS/ B.E. VEERKAMP/ 1850-1902/ JULIANA/ F.B. VEERKAMP-DEES/ 1818-1891/ ELISABETH A.M. VEERKAMP- TERWINDT/ 1853-1904".
Waardering:
Grafmonument Veerkamp uit ca. 1900 door H.A. Euwens (grafkapel)
- Van architectuur- en kunsthistorisch waarde als goed en gaaf voorbeeld van een hardstenen grafkapel met marmeren sculptuur en granieten tombe in neogotische stijl.
- Van stedenbouwkundige waarde vanwege de markante ligging aan het hoofdpadenkruis van de begraafplaats. Het grafmonument heeft ensemblewaarde als functioneel onderdeel van een begraafplaats met een kenmerkend laat 19de-eeuws en vroeg 20ste-eeuws karakter.
- Van cultuurhistorische waarde vanwege de funerair-historische en genealogische waarde van het grafteken.
Dit grafmonument is aangewezen als rijksmonument.
datum foto: 23-09-2016
bron foto: Paul Marsman©
Klik hier voor: "kerkelijke objecten, herdenkingsmonumenten en kerkhoven