Op deze pagina staan de objecten in/aan de Grote Markt in het Centrum:
- Grote Markt (geheel)
En: - Vestiging HEMA
- Drie historische panden
- Vier historische panden
- De kerkboog
- De "Lakenhal"
- Mariken van Nieumeghen
- Het Waaggebouw
Klik op het item wat u wilt zien voor directe toegang of scroll door alle artikelen van deze straat. Via het balletje met pijl rechts onderaan komt u hier weer terug (browsers in Windows).
Klik hier om terug te gaan naar de pagina Nijmegen Centrum / Benedenstad.
De Grote Markt, Grootemarkt of Kruismarkt is het grote plein in het centrum en het wellicht mooiste van de stad. Het plein heeft in de geschiedenis vele namen gekend, waaronder Cruys en Cruys Marct, vermoedelijk ontleend aan een kruis dat ter plaatse als zinnebeeld van het marktrecht heeft gestaan.
Omstreeks 1254 heette het plein "Hundisborch," later "Honsborch" (omstreeks 1410), genoemd naar Van Honsborch, een aanzienlijk geslacht dat volgens een protocol uit 1678 een huis en hofstede moet hebben bewoond bij het Sint-Stevenspoortje.
Op 9 juli 1924 krijgt het bij besluit van de gemeenteraad officieel de naam "Groote Markt". In de Tweede Wereldoorlog lag het plein midden in het gebied dat het zwaarst getroffen was door het Bombardement. Als één van de weinige straten en pleinen van de grotendeels verwoeste binnenstad is dit deel van de Grote Markt en een paar delen eromheen, zoals o.a. de Kannenmarkt, Achter de Hoofdwacht, een klein deel van het Stevenskerkhof, etc. geheel authentiek gerenoveerd.
Na het verkrijgen van de moderne stadsrechten in 1230 was het plein ook het decor van de uitvoering van het toenmalige strafrecht, wat een stad met stadsrechten geheel naar eigen inzicht kon uitvoeren, met alle gevolgen vandien. De rechtspraak zelf vond plaats op de plek waar nu de "Blauwe Steen" ligt.
Het plein kent verschillende panden die aangewezen zijn als Rijksmonument, waaronder de Boterwaag, het Sint-Stevenspoortje en verschillende woonpanden met winkel cq horeca links er rechts van het Sint-Stevenspoortje, die vroeger deel uitmaakten van de Lakenhal. ik kom op nagenoeg alle panden aan de Grote Markt op deze site een keer terug of heb dat al gedaan.
Op de Grote Markt staat ook het op de foto zichtbare beeld van Mariken van Nieumeghen.
Boterwaag:
Vanaf het verkrijgen van stadsrechten in 1230 lagen er plannen voor het bouwen van een waaggebouw om de taken die bij de stadsrechten behoorden naar behoren uit te kunnen voeren. De Boterwaag werd uiteindelijk pas gebouwd rond 1612-13 naar het ontwerp van Cornelis Janssen van Delft. De renaissancevormen tonen verwantschap met de stijl van Hendrick de Keyser. Het gebouw werd in 1886 gerestaureerd door Jan Jacob Weve.
De stadswaag was gehuisvest aan de rechterzijde (westzijde) van het gebouw, welk deel ook gebruikt werd om hekserij, wat destijds onder het strafrecht viel, al of niet te bewijzen. Op de begane grond was verder een vleeshal, met poorten waardoor wagens en karren in konden rijden en binnenin drie kruisribgewelven op pilaren. Tijdelijk waren er in het gebouw ook enkele woningen ingericht. Tot 1885 zetelde de militaire hoofdwacht van Nijmegen op de bovenverdieping. Hieraan dankt het straatje "Achter de Hoofdwacht" haar naam.
Inzake het waaggebouw is een apart bericht gemaakt wat verderop op deze pagina staat cq er binnenkort op wordt geplaatst.
Lakenhal:
De rij panden links op de foto, de westwand inclusief het poortje staan op de plaats waar vroeger de Lakenhal was gevestigd, welke in de 14e eeuw is gebouwd. Nijmegen kende toen een bloeiende handel in lakens. In 16e eeuw was het grotendeels gedaan met deze handel en werd de lakenhal opgedeeld in aparte panden en de doorgang als Sint-Stevenspoort begin 17e eeuw gerealiseerd in haar huidige vorm. Het uiterlijk van de onderste verdiepingen links en rechts van het pportje (begane grond en eerste verdiepingen) is nog veel terug te vinden van de vroegere Lakenhal. De hogere verdiepingen zijn er in de 17e eeuw opgebouwd. In die periode kreeg de westwand ook in grote lijnen haar huidige uiterlijk. Aan de Lakenhal is een apart bericht gewijd, wat verderop deze pagina staat cq er binnenkort op wordt geplaatst.
De stadswaag, alsmede alle andere op de foto zichtbare panden zijn rijksmonumenten. Van nagenoeg alles op de foto zal op deze pagina al wat beschreven worden binnenkort, dan wel staat het al hieronder.
datum foto: 12 februari 2016
bron foto: Paul Marsman©
Op de Grote Markt staat de Nijmeegse vestiging van de HEMA.
de HEMA is een landelijke, inmiddels zelfs internationale grootwinkelketen die vooralsnog wel het "hoofd boven water" heeft kunnen houden. Dit in tegenstelling tot veel andere traditionele winkelketens die ten onder zijn gegaan aan wellicht het auto-, parkeer- en parkeertarievenbeleid en bereikbaarheid van de stadscentra in de grotere steden van Nederland. Ook de opkomst van de E-commerce speelt een rol in de teloorgang, welke wellicht opkomt mede als gevolg van eerder genoemde beleidszaken.
Op de Grote Markt staan oud en nieuw in sterk contrast tegenover elkaar. Aan de noordzijde staat het Waaggebouw uit de vroege 17de eeuw, terwijl aan de zuidzijde het moderne gebouw van de HEMA uit 1958 staat. Door het oorlogsgeweld was de oude bebouwing op de plek van de HEMA en de inmiddels opgeheven V&D verwoest, wat de ruimte gaf om uit te pakken met nieuwe architectuur.
De Amsterdamse architect Abraham Elzas gebruikte veel voor die tijd vernieuwende materialen zoals glas, beton en aluminium. Voorbeeld hiervan zijn de glazen deuren, die transparantie uitstralen. Ook de ‘zwevende’ etalagekasten aan de Augustijnenstraat zijn kenmerkende elementen van de architectuur van de wederopbouw. De plek was één van de laatste vlaktes die nog niet was bebouwd tijdens de wederopbouw na WOII.
Over smaak valt niet te twisten, maar of dit pand al of niet een schoonheid is wordt onder de bevolking heel uiteenlopend gedacht. Ook zijn de meningen sterk verdeeld of zo'n voor die tijd futuristisch pand wel op de historische Grote Markt thuishoort.
Het gebouw heeft nog geen monumentenstatus, maar staat als zodanig wel op een groslijst als passieve nominatie. Het zou een voorbeeld zijn van de naoorlogse wederopbouw bouwcultuur, zoals dat met de Stadsschouwburg (zelfs een rijksmonument) ook het geval is.
datum foto: 12 februari 2016
bron foto: Paul Masman©
Deze panden staan aan de Grote Markt en maakten ooit deel uit van de Lakenhal of Gewandhuis. Zie daarvoor een post verderop deze pagina. Die Lakenhal komt al voor op officiële documenten uit 1382. Voor zo ver bekend is dat de eerste keer. In de 16e eeuw verloor de Lakenhal aan betekenis en werd opgedeeld in afzonderlijke panden. Met die aanpassing en de uitbreiding van de Kerkboog werd de basis gelegd voor het huidige uiterlijk van de drie panden op de foto.
Hieronder korte beschrijvingen van de drie panden van links naar rechts:
__________________
Links op de foto een laat-middeleeuws pand met aan de voorzijde een gevel met stucversieringen. Het karakter daarvan is uit het derde kwart van de 19e eeuw. Aan de achterzijde op de Sint Stevenskerkhof bevindt zich een verminkte en gepleisterde puntgevel.
__________________
In het midden een eveneens laat-middeleeuws pand, maar nu onder een schilddak. Voorgevel met stucversieringen, welke ook hier het karakter uit het derde kwart van de 19e eeuw dateert. Achter is een gepleisterde puntgevel.
__________________
Rechts op de foto alweer een laat-middeleeuws pand met aan de Marktzijde een eenvoudige gepleisterde lijstgevel, stammend uit de 19e eeuw. Aan de Kerkhofzijde is een gepleisterde gevel met rookkanaal in de as en ingezwenkte top.
In de zijgevel onder de Kerkboog zijn dichtgezette vensters met houten kruiskozijnen te vinden.
__________________
Op de tweede foto hier rechts de panden van de achterzijde aan het "Sint Stevenskerkhof."
Deze drie panden zijn ieder apart Rijksmonumenten
datum foto's: 7 oktober 2016
bron foto's: Paul Marsman©
Deze panden staan aan de Grote Markt.
Deze maakten ooit deel uit van de Lakenhal of Gewandhuis. Zie daarvoor een post van mij verderop op deze pagina. Die Lakenhal komt al voor op officiële documenten uit 1382. Voor zo ver bekend is dat de eerste keer. In de 16e eeuw verloor de Lakenhal aan betekenis en werd opgedeeld in afzonderlijke panden. Met die aanpassing werd de basis gelegd voor het huidige uiterlijk van de vier panden op de foto. Het rechtse pand was aanvankelijk identiek aan de linkse drie. Dat rechter pand is echter in de 19w eeuw wederom aangepast tot het hedendaagse uiterlijk.
Hieronder korte beschrijvingen van de vier panden van links naar rechts:
____________________
Pand helemaal links maakte dus oudtijds deel uit van het Gewandhuis en de Lakenhal. Het is een laat-middeleeuws pand met aan de Marktzijde een trapgevel en aan de Kerkhofzijde een puntgevel met vlechtingen. Voorgevel is gerestaureerd omstreeks 1900, de achtergevel 1966. De pui is over de twee onderste verdiepingen bekleed met hardsteen en dateert waarschijnlijk uit omstreeks 1545. Het bovenste gedeelte stamt uit het begin der 17e eeuw. In de zijgevel onder de naastgelegen kerkboog bevinden zich dichtgezette vensters met houten kruiskozijnen.
_____________________
Het tweede pand links maakte oudtijds eveneens deel uit van het Gewandhuis en de Lakenhal. Ook dit pand is een laat-middeleeuws pand met aan de voorzijde een trapgevel, waarvan het onderstuk in hardsteen is uitgevoerd, met tracering, waarin een wapenschild zich boven de deur bevindt. Het bovendeel dateert uit 1606. Dit pand is zwaar gerestaureerd in 1931-1932. Aan de achterzijde is een puntgevel met vlechtingen.
_____________________
Ook het tweede pand van rechts is een laat-middeleeuws exemplaar dat oudtijds deel uitmaakte van de Lakenhal en het Gewandhuis. Het heeft ook een trapgevel aan de voorzijde, waarvan de pui in hardsteen is uitgevoerd, omstreeks 1545, met boven de deur een tracering, waarin ook hier een wapenschild zit. Het bovenste gedeelte van de trapgevel dateert van begin 17e eeuw en is gereconstrueerd bij een restauratie in 1931-1932. Aan de achterzijde een verminkte en gepleisterde puntgevel.
______________________
De late middeleeuwen vormen ook de oorsprong van het meest rechtse pand. Ook dit pand maakte oudtijds deel uit van de Lakenhal en het Gewandhuis.
De trapgevel aan de voorzijde is in de 19e eeuw genormaliseerd en met een rechte lijst afgedekt.
De onderpui is uit hardsteen opgetrokken met boven de deur een tracering, waarin twee wapenschildjes zitten van omstreeks 1545.
______________________
Op de tweede foto de eerste twee panden aan de achterzijde aan het "Sint Stevenskerkhof."
Deze vier beeldbepalende panden zijn ieder apart Rijksmonumenten.
datum foto's: 7 oktober 2016
bron foto's: Paul marsman©
Aan de Grote Markt met achterzijde aan het Sint Stevenskerkhof staat deze historische doorgang. Het betreft een dubbele, overwelfde poortdoorgang.
In de middeleeuwen was de Stevenskerk alleen toegankelijk via een kleine doorgang in het gewandhuis of lakenhal aan de Grote Markt (zie bericht hier direct onder). Toen de Lakenhandel in de 16e eeuw op zijn eind liep werd de kans gegrepen om het St. Stevenskerkhof vanaf het marktplein een grootse entree te geven. In 1542-1543 werden twee segmenten van de lakenhal gesloopt om plaats te maken voor een indrukwekkende poort, ontworpen door Claes de Waele als onderdeel van de Lakenhal. De doorgang werd gebouwd in overgangsvormen tussen late gotiek en renaissance.
De verdieping daarbovenop verrees in 1605 in de stijl van de beroemde bouwmeester Vredeman de Vries, maar ontworpen door Thomas Singendonck in Hollandse renaissancestijl. Het geheel kwam onder een zadeldak met aan de Marktzijde een topgevel met in- en uitgezwenkte contouren. Het heeft zeer zeker zin om aan de voorgevel eens te kijken naar de top met zijn voluten, leeuwenmaskers, wortelmotieven, bollen en obelisken, die onderling weer verbonden zijn door geometrische figuren. Er kwam een rolwerk aan de Sint Stevenskerkhofzijde en een trapgevel met natuurstenen banden (zie foto rechts hiernaast. Aan die zijde is een trapgevel en een veelhoekige traptoren.
De ruimte boven de poort werd door de gemeenteraad in 1613 in gebruik gegeven aan het chirurgijnsgilde. De 'snijkamer' was geboren. Chirurgijnen waren ambachtslieden die bevoegd waren om bepaalde medische ingrepen uit te voeren, zoals aderlatingen, amputaties en het verwijderen van gezwellen. Dat gebeurde onder toezicht van het gilde en van de stadsdokter. De dokter was degene die de diagnose stelde maar zelf niet opereerde. Het 'vuile werk' liet hij aan de chirurgijn over.
Het doktersberoep was vroeger veel gevaarlijker dan tegenwoordig. Er was veel minder hygiëne dan vandaag de dag en regelmatig werd de stad dan ook getroffen door epidemieën zoals de pest. Bijvoorbeeld in 1635, toen de Zwarte Dood meer dan 6000 levens eiste. Voor de geneesheren was tijdens een epidemie het risico groot dat zij ook besmet werden. Daarom droegen zij vaak een speciaal pestpak, dat hen beschermde tegen besmetting.
De gehele boog is gerestaureerd in 1886 door stadsarchitect Ir Weve en in 1951-'55 door Ir J.G. Deur na opgelopen oorlogschade.
De 3e foto hierboven is genomen van onder cq in de boog, met de toegangsdeur naar de vroegere "snijkamer."
De Kerkboog is aangewezen als rijksmonument.
datum 1e foto: 12 februari 2016
datum 2e en 3e foto: 7 oktober 2016
bron foto's: Paul Marsman©
Eind 14e eeuw verrees aan de westzijde van de Grote Markt de ruim 50 meter lange Lakenhal.
In de 14e eeuw kende Nijmegen een bloeiende lakenhandel. Laken is een dun, vliesachtige textiel met glanzend oppervlak, gemaakt van wol. Vanuit Londen werd de befaamde Engelse wol ingevoerd. De handel vond plaats in het Gewandhuis of Lakenhal op de Grote Markt. De oorspronkelijke Lakenhal stamt uit de veertiende eeuw. Hij wordt voor het eerst genoemd in de stadsrekening van 1382. Middeleeuws Nijmegen dankte veel van haar welvaart aan de lakenhandel.
De Lakenhal besloeg toen al de gehele westwand van de Grote Markt. Gelijkvloers waren arcaden, een soort winkeltjes, die aan verschillende neringdoenden in pacht werden gegeven. Via een trap buitenom was de eerste verdieping te bereiken. Daar bevond zich een grote hal, waar het textiel werd geweven en geverfd. Alleen hier was het de lakenhandelaren toegestaan hun laken te verhandelen. De hal was verdeeld in vakken, die door de handelaren gehuurd werden.
Rond 1540 begon een modernisering van het gebouw. Om de verbinding tussen marktplein en Sint-Stevenskerkhof (zie bericht hierboven) meer aanzien te geven, werd de Lakenhal in het midden doorgebroken. Hier werd in de jaren 1542-1545 een zware natuurstenen poortdoorgang in laatgotische stijl gebouwd door de uit Rhenen afkomstige bouwmeester Claes die Waele. Boven de boog werden de twee gesplitste delen van de Lakenhal waarschijnlijk weer door een overkapping met elkaar verbonden.
Eveneens tussen 1542 en 1545 werd het pand grondig verbouwd naar wederom een ontwerp van Claes die Waele. De gehele bovenbouw, evenals de percelen rond de daarnaast gelegen Kerkboog, werden vernieuwd. Het gebouw had toen al verschillende bestemmingen. Er bevond zich bijvoorbeeld de stedelijke bottelarij. Uiteindelijk werd de Lakenhal in diverse kavels verdeeld. Wie goed kijkt herkent op de begane grond en de eerste verdieping van de panden nog steeds de samenhang. In de muren zijn de pilaren te zien van de oude Lakenhal.
Eind 16de eeuw verloor de lakenhandel aan betekenis en werd de Lakenhal opgedeeld in verschillende panden, die vervolgens werden verhoogd tot maximaal drie verdiepingen. De Kerkboog werd in 1605-1606 bekroond met een door Thomas Singendonck ontworpen bovenbouw in Hollandse renaissancestijl. Op de foto, welke de situatie van heden uitbeeldt, is de Kerkboog goed zichtbaar. De Kerkboog en de panden er naast vormden de vroegere, hierboven omschreven Lakenhal. Het vierde en vijfde pand rechts kregen een afwijkend uiterlijk in de 16e eeuw.
Op de rechterhoek van de Lakenhal is het oudste café van Nijmegen 'In de Blaauwe Hand' gevestigd (helemaal rechts de witte bovengevel en ter plaatse de straat "Achter de Hoofdwacht"). Het pand heeft al eeuwen lang een horecafunctie met dezelfde naam. Het lakengilde gebruikte de kelder al als opslagplaats voor bier en wijn voor feesten en partijen. De naam 'In de Blaauwe Hand' is ook een verwijzing naar het verleden van de Lakenhal. De lakens werden namelijk met diverse kleurstoffen gekleurd. Voor de kleur blauw werd indigo gebruikt, net als bij de moderne spijkerbroek. Indigo geeft erg af aan de handen en de mensen die ermee werkten waren al gauw van de vingers tot aan de elleboog blauw. Het café zou zijn naam danken aan de lakenververs die hier wat gingen drinken, met het blauw nog op hun handen!
Ook de overige panden hebben nu een winkel- of horecafunctie met bovenwoningen.
Kerkboog en alle panden die tot de lakenhal behoorden, vormen ieder aparte rijksmonumenten, waar ik voor ieder apart (binnenkort) elders op deze websitepagina terugkom.
datum foto: 7 oktober 2016
bron foto: Paul Marsman©
De legende over "Mariken van Nimwegen," zoals ze ook vaak genoemd wordt, kent vele varianten. In de kern komen alle verhalen op hetzelfde neer. Nijmegen eert haar fictieve inwoonster met een standbeel, gemaakt door Vera van Hasselt, welke u op de foto aantreft.
Hieronder één van de vele en sterk ingekorte varianten van de legende. Een uitgebreidere variant treft u op de aparte pagina van "Mariken van Nieumeghen" aan.
Mariken wordt door haar oom, bij wie ze in huis woont, naar Nijmegen gestuurd om op de markt boodschappen te doen. 's Avonds is het te laat om veilig naar huis terug te lopen, maar haar Nijmeegse tante wil haar geen onderdak bieden en jaagt haar weg. Wanhopig gaat Mariken bij een heg zitten. Daar spreekt een vreemdeling haar aan, de duivel vermomd als mens. Hij maakt zich bekend als ‘Moenen met het ene oog’ en belooft haar kennis en rijkdom als ze met hem meegaat. Wel moet ze haar naam veranderen, want hij vindt het niet prettig steeds aan een zekere Maria herinnerd te worden. Mariken wordt nu Emmeken (een naam die kleine M betekent, en dus nog naar haar eigen naam verwijst). Emmeken en Moenen reizen naar Antwerpen, waar ze zeven jaar lang een wild en zondig leven leiden. Dan wil Emmeken haar familie terugzien. Ze gaan naar Nijmegen en zien daar op straat de opvoering van een toneelstuk over Gods genade. Emmeken krijgt berouw. De duivel voert haar hoog de lucht in en laat haar vallen om zo haar nek te breken en haar ziel mee te voeren naar de hel. Maar ze overleeft de val doordat haar oom voor haar gebeden heeft. Met hem reist ze naar de paus om vergeving te vinden voor haar zondige jaren. De paus geeft haar metalen ringen om haar nek en armen. Als de ringen eraf zullen vallen, zal dat het teken zijn dat God haar vergeven heeft. Mariken gaat het klooster in. Na vele jaren van boetedoening verschijnt er een engel die in haar slaap de ringen verwijdert. Als Mariken twee jaar later sterft, worden de ringen boven haar graf geplaatst.
datum foto: 12 februari 2016
bron foto: Paul Marsman©
De Boterwaag, beter bekend als het Waaggebouw aan de Grote Markt werd vroeger als "De Waagh" omschreven.
Het is een rechthoekig, van baksteen opgetrokken gebouw met verdieping en hoog zadeldak, afgesloten door topgevels met grote trappen. Gebouwd in 1612 in renaissancevormen, verwant aan de stijl van Hendrick de Keyser. Het gebouw verving een ouder pand dat uit het einde van de veertiende eeuw dateerde en als vleeshuis fungeerde.
Na het verkrijgen van de moderne-, middeleeuwse stadsrechten was er behoefte aan een Waag. In een Waag mocht als gevolg van die stadsrechten onder verantwoordelijkheid van het stadsbestuur, zelfstandig goederen gewogen worden om fraude te voorkomen. Ook werd daar de boter gewogen die daarna op de voor het gebouw gehouden markt werd verhandeld. Aan dit gegeven dankt de Boterwaag haar officiële naam. Een vleeshal was nodig voor de keuring en verwerking van het vlees. Er moest een plek komen om de rechtspraak uit te voeren, wat in de middeleeuwen meestal nogal hardhandig er aan toe ging. Die stadsrechten hield namelijk ook in dat er zelfstandig recht gesproken kon worden. Overigens werden de vonnissen uitgesproken op en/of nabij de Blauwe Steen.
Frauderende handelaren zijn van alle tijden. Ook in de Middeleeuwen was er het risico dat je minder waar kocht dan gedacht. Om dit soort oplichting te voorkomen waren de kooplieden verplicht hun goederen te wegen in het waaggebouw. Zo wist men precies hoeveel een koopman aanbood en werd de eerlijke handel bevorderd. De kooplui moesten betalen voor het gebruik van de waag, wat de stad een aardige duit opleverde.
Het nieuwe gebouw kreeg dan ook verschillende functies. In het rechter gedeelte van het gebouw was de vaste weegruimte met door de stedelijke autoriteiten gewaarborgde weegtoestellen. De grote deuren aan voor- en achterzijde waren bedoeld voor de aan- en afvoer van vrachten. Het linker deel van de benedenverdieping had de functie van vleeshal en was tegelijkertijd slachthuis en vleesmarkt. Erg hygiënisch ging het er vroeger niet aan toe. In de zomer zal het er als gevolg daarvan niet al te fris hebben geroken.
De bovenverdieping was bestemd voor de hoofdwacht van het garnizoen en de burgerwacht, de voorlopers van wat we nu politie noemen. Vanuit hier maakte deze zijn rondes door de stad. De naam van het straatje aan de linkerkant van de Waag herinnert hier nog aan: "Achter de Hoofdwacht."
In de loop der eeuwen is het pand verschillende keren ingrijpend verbouwd. In 1886 werd de Waag door gemeentearchitect Jan Jacob Weve op basis van historische tekeningen grondig gerestaureerd. De uit de achttiende eeuw daterende houten aanbouw met zuilen werd toen afgebroken. De oorspronkelijke monumentale trappartij en het oorspronkelijke bordes werden hersteld. Ook de geveltop der westelijke dakkapel, alsmede de oostelijke dakkapel werden opnieuw opgetrokken.
Inwendig over de Vleeshal heen in het westelijke deel bevinden zich kruisribgewelven op drie zuilen. Het is vrij uitzonderlijk dat een Waag niet aan of naast een stadhuis werd gebouwd. Maar in tegenstelling tot de Romeinse stadsrechten, welke Nijmegen als eerst ontving op het grondgebied van het huidige Nederland, verkreeg Nijmegen die moderne stadsrechten vrij laat. Er was toen gewoonweg geen plaats meer bij het stadhuis en is voor de huidige locatie gekozen.
Tegenwoordig is in de Waag een café en restaurant gevestigd.
De Boterwaag is in haar geheel een rijksmonument.
datum foto: 7 oktoberi 2016
bron foto: Paul Marsman©